Coaching als deel van het lesgeven
Lesgeven heeft een hoop verschillende vormen, het is niet alleen voor de klas staan en een praatje houden, zeker in het primair onderwijs. Zo is coaching in het primair onderwijs een belangrijk onderdeel, net als 5 andere rollen die de docent kan aannemen. Deze 6 rollen van de leraar vormen samen een basis waarin elke leraar zich kan ontwikkelen en presenteren. Afhankelijk van de situatie die zich voordoet in de klas, of de vraag van de leerlingen, zal een andere rol van belang zijn. Daarnaast is het ook net welke manier van lesgeven de docent erg fijn vindt, waar meer op gefocust wordt.
Vanaf het binnenkomen tot het weggaan
De connectie tussen leerling en docent, begint al voordat de les bezig is. Het moment dat de leerlingen het lokaal in zullen gaan, is er een mogelijkheid voor het aangaan van contact. Dit contact maken is een belangrijk onderdeel van de rol als gastheer of gastvrouw. Op deze manier zullen leerlingen zich sneller gezien voelen, en het idee hebben dat ze gewaardeerd worden. Ook kun je hierbij als docent de leerlingen een beetje sturen naar het begin van de les. Het starten van de les zelf valt onder de rol als presentator. Een rol die zich vooral vormt rondom leiderschap.
Ook non-verbaal communiceren met de klas
Door jezelf als leraar op een non-verbale manier te presenteren, kun je de aandacht van de leerlingen vangen en vasthouden. Door de les op een heldere manier over te brengen of presenteren, kun je structuur aan brengen en concrete doelstellingen aan de les toevoegen. Naast de rol als presentator, sta je als docent ook voor de klas als didacticus en pedagoog. Dit houdt in dat je niet alleen vertelt over de stof, maar rekening houdt met de niveaus en snelheden van de leerlingen. Door een veilige omgeving te creëren en leerlingen te complimenteren en corrigeren wanneer dit belangrijk is, zal de les als meer stimulerend overkomen.
Tot het einde van de les aanwezig
De coachende functie van de docent heeft te maken met het zelfregulerende leren van de leerlingen. Dit heeft te maken met het stellen van leerdoelen en het voeren van gesprekken met hen persoonlijk. Door tot het einde van de les aanwezig te zijn bij de leerlingen, pak je al snel de rol van het afsluiten mee. Dit is het moment van de les waarbij je kan evalueren en leert wat er goed ging en wat er verbeterd moet worden.